Last stop Transmongolië Express: Beijing
Blijf op de hoogte en volg Jeroen
05 Juni 2017 | China, Peking
Gelukkig bleek het ontmoeten van de Nederlanders ook een enorm voordeel te zijn, aangezien de reisleidster van de groep een bus had geregeld waarin wij ook mee konden reizen, en voorzien van een koud biertje en een flesje water, komen we uiteindelijk toch rond middernacht aan in ons hostel. Wanneer we de volgende dag de straat op gaan merken we duidelijk het verschil: het is hier druk, vochtig warm, chaotisch, met veel knipperende lichten, het stinkt er, mensen rochelen hier op straat (of soms zelfs in restaurants), staren je aan en steeds vaker worden we gevraagd om met ze op de foto te gaan; ja hoor, we zijn in China. Het is duidelijk even wennen aan deze drukte na de rust in de Gobiwoestijn. Desondanks heeft het land ook heel veel positiefs te bieden. Zo is het erg fijn om weer wat keuzes en afwisseling te hebben bij het avondeten, en de bezienswaardigheden in Datong (de Yungang grotten, met daarin uitgehakte Boeddhabeelden, de Hanging Monestary, een klooster dat op bijzondere wijze hoog tegen een bergwand gestut staat, en een 900-jaar oude houten pagode) zijn de moeite meer dan waard. Wel merken we dat ook hier de taalbarrière weer volop aanwezig is wanneer we tegen de taxi-chauffeur proberen te zeggen dat we ook graag naar de “wooden pagoda” willen. Hij belt zijn zus, die beter Engels spreekt, en met haar overleggen we dat we graag naar de Fogong Temple willen, zoals het bouwwerk op Google Maps genoemd wordt. Na een kwartier discussiëren en vertalen over en weer is nog steeds niet duidelijk voor hem waar we heen willen, en wanneer we een laatste keer uitleggen dat we naar een “wooden tower, a pagoda” willen valt ineens het kwartje: “Aaah, woodentower??? Yes yes!”. En dat is dan de op 2 na bekendste bezienswaardigheid van de stad, nadat we net van de bekendste (de Hanging Monestary) en 1 na bekendste (de Yungang Grotten) af komen…
Na deze tussenstop in Datong reizen we dan door naar onze echt laatste stop van deze reis: Beijing. Na 6 uur lang, als enige niet-Chinezen in de wagon, verkrampt in een hard seat te hebben gezeten (een soort Ryanair-comfort op minder zachte stoelen, met mensen tegenover je) arriveren we in de hoofdstad. Daar is het een prettig weerzien met Eduardo, de Argentijn die onderdeel uitmaakte van de groep waarmee we in de Gobi-woestijn rondgereisd hebben. Samen verkennen we de indrukwekkende Verboden Stad, de Temple of Heaven, en bezoeken we het Tiananmen Square bij zonsondergang (met foto’s zonder Chinezen erop, Eduardo blijkt erg goed te zijn in het wegsturen van Chinezen). We eindigen de avond met heerlijke Pekingeend en een biertje in één van de beste restaurants van de stad.
Een dag later verkennen we met zn tweeën de stad per fiets, het favoriete vervoermiddel van menig Chinees, en rijden we naar het Olympisch dorp. Hoewel de stad in theorie erg goed voorzien is van ruimte voor fietsers blijkt het verkennen van de stad per fiets in de praktijk toch soms wel lastig. Enerzijds helpt het niet dat onze fietsen geen werkende bel hebben en dat de remmen het zeer slecht doen (in Beijing toch wel de 2 belangrijkste onderdelen van de fiets), maar ook de totale chaos wat betreft (het opvolgen van) verkeersregels is hierbij een belangrijke drijfveer. Zo wordt het fietspad regelmatig gebruikt door auto’s en bussen als parkeerplaats of alternatief stukje weg, kom je regelmatig fietsers tegen die aan de verkeerde kant van de weg rijden (zonder dat er duidelijke consensus is over wie nu links of rechts rijdt), heb je met fietsers, (elektrische) scooters, mini-autootjes en brommers veel verschil in snelheid, en denkt iedereen dat hij moet toeteren of bellen wanneer ze in willen halen. Daarnaast zijn verkeerslichten vooral richtlijnen en gelden deze niet wanneer men de korte bocht naar rechts wil nemen, gaan mensen soms midden op het fietspad stilstaan, en geldt hierbij ook duidelijk het recht van de sterkste, waarbij je als fietser redelijk laag in de rangorde blijkt te staan. Dit zorgt ervoor dat het soms erg fijn fietsen is (wanneer er genoeg ruimte is), maar vaak ook erg frustrerend doordat je weer eens moet afremmen of uitwijken voor auto’s of tegenliggers. Wel is het een erg goede manier om goed de verschillende delen van de stad te ervaren, en je merkt ook veel verschillen, van de krappe hutongs waar bij elke hoek van de straat een nieuwe geur te ruiken lijkt (niet altijd even prettig), tot het ruim opgezette en veel rustigere zakendistrict in het noorden van de stad.
Later maken we ook een dagtocht naar de Chinese Muur, naar het stuk bij Simatai, één van de rustigere en minder gerenoveerde stukken van de muur. Het is een stuk minder druk dan het stuk bij Mutianyu, wat ik zo’n 7 jaar geleden al eens bezocht had, en het is dan ook erg fijn om niet tussen de hordes Chinezen door te hoeven slalommen.
Met het bezoeken van de Chinese Muur kwam ook een einde aan onze vakantie, en na nog een gezellig avondje in het hostel reizen we via Moskou weer terug naar Nederland. We hebben enorm genoten van deze, door 3 totaal verschillende landen met ieder zo zijn eigen voor- en nadelen, waarbij Mongolië er als absolute hoogtepunt uitspringt. En nu weer wennen aan de voor- en nadelen van Nederland, en dromen van een volgend avontuur...
-
06 Juni 2017 - 18:04
Emie:
Weer een grappig verhaal van de Chinezen! Erg jammer van de verongelukte dieren!
We zijn blij dat jullie erg genoten hebben van deze prachtige reis, het chaotische verkeer in China overleefd hebben en gezond weer in Nederland zijn. Tot ziens !
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley